Eindelijk is het dan zo ver. Op 27-4-2016 begint mijn werkvakantie naar Tanzania weer. Ik verheug me er heel erg op de kinderen weer te zien.
Om 13.00 uur komt de taxi die me naar Schiphol brengt. Sinds een paar dagen heb ik een komisch voorgevoel. Iets gaat er niet goed op Schiphol. Hopelijk gebeurt er niets ernstigs.
Zo als altijd verblijf ik één nacht in Hotel Ibis en ga dan de volgende morgen al vóór 7.00 uur naar Schiphol.
Daar is het een druk van jewelste. En er heerst een spanning die ik niet gewend ben. Veel is er veranderd.
Bij het instappen van het vliegtuig ga ik door mijn hurken om de laptoptas onder de stoel vóór mij te leggen. Dan voel ik een harde knak in mijn rechter heup en kan niet meer opstaan. Twee mensen die het ook gehoord hebben, helpen mij. Met vreselijke pijn zit ik 11 uur in het vliegtuig op weg naar Dar es Salaam. Daar aangekomen zorgt een Amerikaan ervoor dat ik een rolstoel krijg en zo word ik naar de aankomsthal gebracht. De Amerikaan bekommert zich ook om mijn bagage. Heel erg lief dat hij dat allemaal doet.
Vanaf dat moment krijg ik de ene tegenslag na de andere. Men is vergeten mij op te halen, ik kan niet slapen van de pijn, het vliegtuig dat mij de volgende dag om 10.00 uur naar Mbeya zal brengen, vliegt niet i.v.m. te weinig passagiers, dus moet ik de hele dag letterlijk op het vliegveld hangen.
Om 18.00 uur kom ik eindelijk in Mbeya aan, waar Jacob de taxichauffeur uit Sumbawanga mij staat op te wachten. Wat ben ik blij hem te zien. Maar dan begint een tocht van meer dan zes uur, stromende regen, onweer, bliksem, kapotte wegen, enz. Voor mij een hel, met die vreselijke pijn die ik heb. Om 00.30 uur komen we eindelijk bij Marianne aan. Wij zijn oh zo blij elkaar te zien, maar wat een verschil van aankomst t.o.v. voorgaande jaren!
De andere dag komen de kinderen me begroeten. Het lopen van mijn kant gaat heel slecht. Maar ik wil toch graag zien wat er weer allemaal veranderd is in het afgelopen jaar.
In de nieuwe keuken is een kraan met wasbak gekomen, héél voornaam. Het gasfornuis werkt dagelijks op biogas. Van de bakoven wordt veel gebruik gemaakt. Vaak is er eigen gebakken brood. Vooral in de tijd als Freddy thuis is.
De jongenskamer is omgetoverd tot leskamer. Marianne wil graag lessenaars laten maken zodat de kinderen daar kunnen studeren. Ik heb meteen aangeboden die te sponsoren. Dus worden er bij de timmerman 5 banken met lessenaar besteld.
De boerderij staat er prachtig bij. Het is een oase van bloemen, fruitbomen, groentetuin en veel dieren. Inmiddels zijn er ook konijnen en varkens bijgekomen. Daar de geiten nu verderop op het land lopen en het hele jaar verblijven, was die stal vrijgekomen. Ze kunnen steeds meer voor zichzelf zorgen. Het is geweldig om te zien hoe dit alles in een paar jaar tot stand is gekomen. Mijn vele werk is niet voor niets geweest.
De watertank die 22.000 liter regenwater kan opvangen wordt in de tijd dat ik daar ben nog mooi geschilderd en met de naam van Alex-2015 voorzien. Hij was de sponsor van dat grote project, dat ook zeer welkom was, want nu er zoveel dieren zijn hebben ze ook veel water nodig.
Helaas heb ik deze keer niet veel kunnen doen, vanwege mijn vele pijn, maar het voornaamste is, dat ik Marianne en vooral de kinderen weer heb gezien.
Of ik het komende jaar weer kan gaan, hangt er van af of er weer een rechtstreekse verbinding van Dar es Salaam naar Sumbawanga komt en terug. Het zou voor mij heel erg zijn als die er niet meer zou komen, want dan zie ik de kinderen alleen nog maar via Skype.
Iedereen die op welke wijze heeft bijgedragen aan het tot stand komen van dit mooie project dank ik mede ook namens Marianne en de kinderen heel hartelijk.
Riet Niederer, september 2016.